De Sectorraad Paarden (SRP) is lang in gesprek geweest met het Ministerie van Financiën over de btw-tarieven voor de paardensector. Het bestuur van de SRP is dan ook blij dat de Staatssecretaris van Financiën zeer onlangs duidelijkheid heeft gegeven over het verlaagde btw-tarief (6%) bij:
•de levering van dekhengsten en fokmerries, ook als ze mede voor de sport worden gebruikt:
•de opfokdiensten en africhting.
(besluit van 4 september 2014, nr. BLKB2014/123M)
Het besluit houdt het volgende in:
Levering van dekhengsten en fokmerries
Indien een dekhengst of fokmerrie uitsluitend bestemd is voor gebruik in de fokkerij, geldt bij de levering (verkoop) het 6%-tarief.
In veel gevallen wordt een dekhengst of fokmerrie ook ingezet voor de sport. Het was dan in de praktijk onduidelijk welk btw-tarief dan bij een verkoop gold. Op initiatief van de SRP geeft de Staatsecretaris nu duidelijkheid:
•voor dekhengsten die ook worden gebruikt in de sport mag de verkoopprijs gesplitst worden in 75% belast tegen het 6%-tarief en 25% belast tegen het 21%-tarief;
•voor fokmerries die ook worden gebruikt in de sport mag de verkoopprijs gesplitst worden in 50% belast tegen het 6%-tarief en 50% belast tegen het 21%-tarief;
•indien een ondernemer van mening is dat een hiervan afwijkende verdeling beter recht doet aan de feitelijke situatie, dan kan dat maar dan moet hij dat wel aannemelijk kunnen maken.
Opfokdiensten en africhten
De ‘oude’ regeling voor opfokdiensten en africhting blijft in stand. Het 6%-tarief geldt voor:
•Zuivere opfok. Deze diensten zijn gericht op het laten opgroeien van het jonge paard tot een jong volwassen paard. Het paard wordt verzorgd en sociaal en handelbaar gemaakt, zonder dat er verdere prestaties van het paard verwacht worden.
•Africhting. Deze diensten zijn gericht op het (verder) socialiseren van het paard, het zadelmak maken en het zodanig africhten dat het geschikt is voor gebruiksdoeleinden als rij- of menpaard. Voor de africhting geldt een maximale termijn van 6 maanden (tenzij een langere termijn kan worden aangetoond). De africhting eindigt in ieder geval zodra er een startpas voor het paard wordt aangevraagd dan wel aan het einde van het vijfde levensjaar van het paard.
Voor het trainen van een paard tot dressuur- of springpaard op B of ander niveau geldt volgens de Staatssecretaris niet het 6%-tarief maar het 21%-tarief.